Koewacht Koewacht

 

Leestijd: 4 minuten

Op 23 februari 2019 stond er in de Provinciale Zeeuwse Courant een reportage met als kop: Op pad met de buurtwacht Koewacht: ‘Als de boeven óns maar zien’. 

Het schoot me onmiddellijk in het verkeerde keelgat. Ik sta namelijk argwanend ten opzichte van mensen die zichzelf, onder het mom het algemeen belang te dienen, met bevoegdheden en gezag bekleden. Ik associeer hen eerder met kleinburgerlijke bemoeials wier lege levens invulling behoeven dan met nobele medeburgers die waken als wij slapen. Het is niet netjes om vooroordelen te hebben en zeker niet zulke lelijke, en daarom heb ik me ingespannen het fenomeen van verschillende kanten onder de loep te nemen en zal ik pogen het hieronder genuanceerd te becommentariëren.

 

Koewacht is een grensdorp en daarom geliefd onder inbrekers, zegt men. Hoewel inbraakpreventie in eerste instantie tot de verantwoordelijkheid van de bewoners zelf behoort (sloten op ramen en deuren) en in tweede instantie tot die van de politie, zijn er in Koewacht vandaag de dag maar liefst acht buurtpreventieteams actief, waarin men elkaar via WhatsApp op de hoogte houdt van verdachte zaken. De leden van Buurtwacht Koewacht zijn van mening dat de veiligheid hiermee nog niet voldoende gewaarborgd is en achten het noodzakelijk om regelmatig te patrouilleren, zowel overdag als ‘s nachts. Ze willen inbrekers, dieven, vandalen en drugdealers zo min mogelijk kansen geven toe te slaan.

 

Ik zal mijn beschouwing luchtig beginnen. Tijdens het lezen van de reportage moest ik regelmatig lachen vanwege de bedenkelijke daadkracht van Buurtwacht Koewacht. Van de kentekens van de twee verdachte auto’s die zij signaleerden konden ze alleen de letters SBJ reproduceren, een slingerende stallamp zagen ze aan voor een inbraakalarm en een slapende man in een auto zorgde voor in de keel gierende zenuwen. Zeelands hoop in bange dagen. Dat zal de boeven leren.

 

Reporter Sheila van Doorsselaer heeft echter ook successen opgetekend uit de monden van de buurtwachters, maar om eerlijk te zijn vind ik die niet van dien aard dat het een buurtwacht rechtvaardigt. Gedumpt afval hoef je bijvoorbeeld niet à la minute te melden, dat ligt er morgen ook nog wel. En mocht er uitgerekend die nacht een afvaldief op de loer liggen, dan moet je die vooral niet voor de voeten lopen. Het belangrijkste wapenfeit was mijns inziens het terugjagen van een koe op haar erf. Dat was een nuttige daad. Maar als Buurtwacht Koewacht zijn bestaansrecht daaraan moet ontlenen, zou ik de naam Koewacht Koewacht overwegen.

 

Volgens de reporter ligt de focus van de buurtwachters op verdachte situaties en typische gedragingen. Maar het antwoord op de vraag wat typisch of verdacht is hangt af van de perceptie van degene die de feiten waarneemt. In mijn perceptie leven de leden van Buurtwacht Koewacht in een film. De auto’s die zij ontmoeten rijden namelijk niet gewoon, maar racen, rijden volgas of spuiten weg. En de Oudestraat, een onverhard pad dat rakelings langs de Belgische grens loopt, is volgens hen the place to be voor inbrekers die hun kans afwachten. Waar wachten ze dan precies op, vraag ik me af. Op een teken van de spion met het zwarte ooglapje dat de kust veilig is?

 

Als iemand in een fantasiewereld wil leven heb ik daar in principe geen bezwaar tegen, maar doe dat dan thuis, in besloten kring. Doe het niet buitenshuis en val er zeker andere mensen niet mee lastig. Want over perceptie gesproken, zijn de mensen die herhaaldelijk met opgestoken middelvinger voorbij komen racen eigenlijk wel de drugrunners waarvoor de buurtwachters hen aanzien? Ik vermoed dat het mededorpelingen zijn die niet zitten te wachten op de bemoeienis van een stel Koewachter cowboys, maar hun gerechtvaardigde verontwaardiging wellicht wat minder primitief zouden kunnen uiten. Dat is geen vergezochte veronderstelling, want in de reportage staat letterlijk dat sommige lieden niet gediend zijn van al die extra aandacht door een patrouilleauto. En eerlijk gezegd kan ik mij dat levendig voorstellen.

 

De leden van de buurtwacht permitteren zich namelijk nogal wat. Eens op een nacht, toen twee mannen stapvoets achter elkaar de Fazantendreef inreden, was er volgens de breinen van de buurtwachters – dezelfde breinen die na het lezen van de letters SBJ al overliepen van informatie – maar één uitleg mogelijk: drugs. (De reporter zelf dacht aan herenliefde.) Tegen drugdealers moet je doortastend optreden en daarom noteerden de buurtwachters de kentekens en gaven ze die door aan de politie. De ‘drugdealers’ werden een uur lang geobserveerd en beweerd wordt dat er later ook nog een politiehelikopter boven de Fazantendreef hing. Wat zal ik hier eens van zeggen? Ken je de Stichting Wildbeheer Zeeuws-Vlaanderen (SWZV)?  De leden van die stichting voeren periodiek vossentellingen uit op vooraf bepaalde data en krijgen daarbij dikwijls assistentie van Wase collega’s. In theorie was de situatie die bewuste nacht in januari vanwege het rustige weer en het goede zicht ideaal voor de telling. Als gevolg van de weinig subtiel optredende buurtwachters, om maar te zwijgen van het kabaal van de rondcirkelende heli, werd er feitelijk geen enkele vos waargenomen en concludeerde men dat de vossenstand op wonderbaarlijke wijze in twee maanden tijd was gekrompen van honderdvierenzestig naar nul. Wederom in theorie was dat goed nieuws voor de naburige pluimveehouders, omdat zij hun vrijeuitloopkippen niet meer hoefden te bewaken. Feitelijk worden er sindsdien elke nacht honderdvierenzestig kippen opgevreten en is de prijs van een vrijeuitloopei in de winkel inmiddels met een euro per doosje opgeslagen.

 

De kiekens van Buurtwacht Koewacht doen meer dan alleen het doorgeven van kentekens van onschuldige burgers: 'ze posten, loeren naar binnen en overwegen nog maar eens te gaan kijken naar hoe de slagersdochter en haar vriend driftig afscheid nemen.' Ik vind dat een forse inbreuk op de privacy van mensen, neigend naar voyeurisme. Daarnaast zorgen ze voor overlast en gevoelens van onveiligheid, blijkend uit verontruste telefoontjes van Koewachtenaren die bij de politie melding doen van auto’s die stapvoets met groot licht aan door de straat rijden. Wie houdt die zelfbenoemde buurtwachters eigenlijk in de gaten, die er hun eigen maatstaven op na houden op grond waarvan zij bepalen of iemand iets te zoeken heeft op de inhammetjes in de dijken, die de boeren gebruiken om op het land te komen?

 

Privacy is een groot goed, onder andere omdat mensen hun gedrag veranderen als zij geobserveerd, laat staan gecontroleerd worden. Voor een deel liggen daar psychologische redenen aan ten grondslag, bijvoorbeeld omdat mensen het vervelend vinden een verkeerde indruk te wekken, en voor een deel praktische, bijvoorbeeld omdat men geen zin heeft tekst en uitleg te moeten geven. De surveillances van de buurtwachters beperken daarom de vrijheid van mensen om te handelen zoals ze zouden willen handelen. Ik vraag me in zo’n geval onmiddellijk af of dat in Nederland is toegestaan. En daarom heb ik het uitgezocht.

 

De activiteiten van Buurtwacht Koewacht lijken sterk op die van de commerciële particuliere beveiligingsdiensten, die je regelmatig kunt zien patrouilleren; beide organisaties hebben als doel de veiligheid van personen en goederen te bewaken. Particuliere beveiligingsdiensten moeten over een vergunning beschikken. Dat staat in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). Het verkrijgen en behouden van zo’n vergunning heeft nogal wat voeten in de aarde. Een korte opsomming: voor het leidinggeven aan een dergelijke organisatie heb je de toestemming van de minister van Veiligheid en Justitie nodig en voor het aanstellen van de beveiligers toestemming van de korpschef; toestemming wordt pas gegeven nadat de betrouwbaarheid (screening) en de bekwaamheid (vakdiploma) van de desbetreffende personen zijn vastgesteld; de beveiligers dienen goedgekeurde uniformen te dragen en zich te kunnen legitimeren met een speciaal legitimatiebewijs; vertrouwelijke gegevens moeten geheimgehouden worden; een vergunning is maximaal vijf jaar geldig.

 

Buurtwacht Koewacht voldoet exact aan de in de wet genoemde definitie van een vergunningsplichtige particuliere beveiligingsorganisatie. Het feit dat de activiteiten niet commercieel zijn doet hier niets aan af. Evenmin is mij gebleken dat dit soort buurtwachten wettelijk gezien een uitzonderingspositie zou bekleden. Ik heb in de reportage niets gelezen over een vergunning, maar voor zover die er mocht zijn, worden de voorwaarden beslist niet nageleefd. Zo blijkt uit de foto’s bij de reportage dat er van het dragen van de voorgeschreven uniformen geen sprake is en wordt informatie met betrekking tot de – hoe zeg ik dit netjes? – zoenende vrouw nota bene gepubliceerd in plaats van geheimgehouden. Dankzij de vermelding van de straatnaam en het beroep van haar vader zijn de gegevens met behulp van Streetview rechtstreeks te herleiden tot mevrouw De S., die daardoor thans dagelijks flauwe grappen moet aanhoren over de slagersdochter die ’s nachts overwerkt om het vlees te keuren.

 

Welbeschouwd zijn de buurtwachters dus zelf de vreemde figuren die typisch gedrag vertonen en op plaatsen komen waar zij niets te zoeken hebben. Zij vormen de groep die zij zeggen te bestrijden. Dat valt op geen enkele manier te rechtvaardigen en daarom zeg ik:

Stop met die onzin. Laat de mensen met rust en gebruik de nacht om te slapen.

 

En tegen de ambtenaren van politie die belast zijn met het toezicht op de naleving van de Wpbr zeg ik eveneens:

Gebruik de nacht om te slapen.

 

Ik ben blij dat dit nu van mijn hart is, want nu kan ik me bezinnen op de zusterclub van Buurtwacht Koewacht, de buurtwacht van Sint Jansteen. Ik heb namelijk vernomen dat de buurtwachters onwettig gebruik maken van surveillancehonden en dat die al menig inbreker standrechtelijk hebben doodgelikt.