Seksuele selectie
Leestijd: 4 minuten

Het staat niet op de website van de VVV, maar gedurende de zomermaanden trekt er elke avond een parade door het centrum van Hulst. Het zijn jongens in bijzondere auto’s; auto’s die passen bij bijzondere jongens zoals zij. Ze rijden vlot door de Gentsestraat, vertragen bij Leonidas en rijden met hun voet op de rem langs de terrassen van ’t Raedthuys, ’t Anker en Boozz. Tijdens het langsrijden geven ze door middel van subtiele poses boodschappen af: Ik ben een pro. Ik ben hier met een missie. Ik zie jullie niet, maar weet dat jullie mij wel zien. Dit is níet de auto van papa en mama. Daarna geven ze vol gas en rijden ze met zeventig kilometer per uur de Kleine Baghijnestraat in. Een van hen, een joch in een Jaguar, doet niet aan subtiliteit. Hij passeert met geopend raam en bestudeert de gezichten van de terrasbezoekers intens en zonder gene. Xander xXx Cage op zoek naar de boef, denk ik dan maar. Daarna scheurt hij weg, om later op de avond terug te komen voor de sequel en de triquel. Ik noem dit dagelijkse spektakel de Parade der Onnozelheid en zal vertellen waarom.
Bij veel jongens van die leeftijd gaat het maar om een ding: meiden. En meiden in het wild vertoeven op zwoele zomeravonden op terrassen van cafés. De uitdaging voor een jongen is bij zo’n meisje in de smaak te vallen en ervoor te zorgen dat ze hem kiest, want de concurrentie ligt op de loer. In de natuur zijn daar twee mechanismen voor: natuurlijke selectie en seksuele selectie. Laat me dit aan de hand van een simpel voorbeeld uitleggen.
In het Clingse bos zitten veel konijnen. De laatste keer dat ik er was zag ik er een paar die deels wit en deels beige waren; een mix van tamme en wilde konijnen. Volgens de wetten van de natuurlijke selectie is de kans groot dat ze door vossen worden opgegeten voor ze een vriendinnetje hebben. Hun camouflagepak trekt namelijk op niks. Volgens de wetten van de seksuele selectie is de kans op een vriendinnetje echter veel groter. Stel je je eens voor dat jij een meisjeskonijn bent en tussen al die saaie mannetjes in beige regenjas plotseling een bink ziet in een doorschijnend netstofshirtje uit de Gentsestraat. Zijn leven mag dan een stuk risicovoller zijn en waarschijnlijk wordt hij niet oud, maar als je een meisjeskonijn bent, heb je tegen die tijd al twaalfhonderd achterkleinkinderen.
In dit licht bezien lijkt het gepronk met auto’s en het daarmee gepaard gaande linke weggedrag van Xander en zijn vrienden intelligent en gecalculeerd. Oké, er rijdt er zich af en toe eens een te pletter bij een eenzijdig ongeval in de polder – seksuele selectie beïnvloedt de natuurlijke nu eenmaal negatief – maar over het algemeen zijn zij de mannen die de vrouwtjes krijgen. Ja toch? Of niet?
Het antwoord is: Nope, zo werkt het niet. Vrouwtjes mogen dan misschien, héél misschien, warmlopen voor een netstofshirtje, maar van een auto worden ze niet warm of koud, ongeacht de pose of act. Alleen jongens vinden jongens met dikke auto’s aantrekkelijk. En dat kun je vanaf de terrassen waarnemen. Want naast de knul achter het stuur zit meestal een andere knul, die vanuit zijn ooghoeken diep onder de indruk zit te zijn van zijn vriend, zijn held, de man-die-heel-hard-rijden-kan. Hij prijst zich gelukkig dat juist hij naast hem mag zitten terwijl die plek door zo veel andere jongens wordt begeerd. En die adoratie wordt buitengewoon op prijs gesteld.
De mop van al die paraderende jongetjes is dus dat hun hedendaagse vorm van seksuele selectie perfect werkt, maar uitsluitend relaties met personen van hetzelfde geslacht oplevert. Daar is op zich niks mis mee, maar ik weet zeker dat Xander, terwijl hij de vrouwelijke terrasbezoekers met zijn intense blik probeert te verleiden, zich niet realiseert dat de buit al naast hem zit.
Zoek het tweede konijn