Roadrunners in de polder

 

Leestijd: 3 minuten

Ik heb net weer een hoop recreërende vogels op de weg gezien in plaats van ernaast. Is het je al eens opgevallen dat ze allemaal anders reageren als je aan komt rijden?

 

DUIVEN

Duiven zijn lui. Ze wachten tot je er bent en vliegen dan pas weg. Meestal komen ze niet ver; tot de grille of tot de voorruit. Dit klinkt als een pubergrap, maar is het niet. Ik vind het rot en als ik er een vind breng ik hem naar de vogelopvang in Kieldrecht. Ze reageren wel op geluid. Dat ontdekte ik tijdens een fietstocht. Ik gaf een schreeuw en weg waren ze. Daarna heb ik ook een tijdje door het autoraam geroepen, maar dat vonden de mensen vreemd. Nu claxonneer ik. Aanrader.

 

KAUWTJES

Kauwtjes zijn superslim. Ze vliegen altijd ruim op tijd weg, tenzij ze zich aan de andere kant van de wegbelijning bevinden. In dat geval kun je ze gerust met honderdvijftig kilometer per uur op tien centimeter afstand passeren. Ze blijven zitten waar ze zitten en hebben er niks van.

 

MUSSEN

Mussen zijn groepsdom. Ze zitten meestal met z’n allen op de weg en als er een auto nadert denkt Marie: O, Joop blijft zitten, dan kan ik ook blijven zitten. Maar Joop denkt hetzelfde van Mathilde, en Mathilde van Jack, en Jack van Marie. Het resultaat is dat ze pas wegvliegen als je over hen heen rijdt. Gelukkig zijn ze klein. Als je na de passage in je binnenspiegel kijkt, zie je dat ze aan alle kanten tussen de wielen vandaan gevlogen zijn. Eikels.

 

FAZANTEN

Fazanten, roadrunners-in-de-polder, hebben mijn grote sympathie. Ze zijn chaotisch maar gemotiveerd. De fazant die ik zojuist op de weg aantrof, zo’n felgekleurd mannetje, was heel alert en zette het gelijk op een lopen. Ik denk dat hij gemakkelijk vijfendertig kilometer per uur haalde. Maar ik reed veertig, dus ik zag hem steeds paniekerig achterom kijken en denken: Wat was het ook al weer? Er was iets, ik kon iets. Ooooh, ik kan er niet opkomen. Mijn geheugen, damn, alzheimer. Ja, ik vond het óók zielig. Maar toen de nood het hoogst was, schoot het hem ineens te binnen. Hij sloeg zijn vleugels uit en vloog met zestig kilometer per uur naar een veilige plek in de akker. Na de landing zag ik hem denken: Damn, ik was toch aan het wandelen? Wat doe ik hier dan in die akker? Ach, straks weet hij het weer.

 

STRUISVOGELS

Struisvogels zijn geinig. Ze steken hun kop tussen de klinkers en gaan daar zitten uitvogelen welke levensreddende vaardigheid ze ook alweer bezaten. Af en toe zie je er eentje ter hoogte van Boudeloodijk 10 A, net buiten Lamswaarde. Je moet er maar eens gaan kijken.

Zeildijk, Hulst