Zwarte Piet, met een kleine letter z

 

Leestijd: 4 minuten

Voordat mijn oma mijn oma werd, leefde ze aan de rand van de jungle in Suriname. Ze was chocoladebruin, had kroeshaar en een brede, platte neus. Op haar vierentwintigste verhuisde ze naar Nederland, waar ze mijn opa ontmoette, een oer-Hollandse kaaskop. Ze trouwden en kregen negen kinderen in negen tinten bruin. Rudi was de jongste en donkerste van het stel. Hij had nog echt kroeshaar ook. Toen Rudi twintig was werd hem gevraagd of hij Sinterklaas wilde spelen voor zijn neefjes en nichtjes. In de familieannalen valt niet terug te vinden waarom juist hij gevraagd werd. Zijn donkere huid was namelijk met nog geen tien lagen witte schmink te camoufleren. Uiteindelijk heeft men de klus met tandpasta weten te klaren. Dat was echter eens maar nooit weer, want terwijl hem het gehele repertoire aan sinterklaasliedjes ten gehore werd gebracht, brandde de menthol grote gaten in zijn wangen. Als je de foto goed bekijkt, zie je het leed in zijn ogen.

Zwarte Piet spelen was echter een geheel andere zaak. Hij heeft er jarenlang in december een aardig zakcentje mee verdiend. Maar vorig jaar is hij er na een ernstig geval van discriminatie mee gestopt. De aanleiding was een optreden dat hij met nog twee andere Pieten en een Sinterklaas moest verzorgen op een basisschool in Zeeuws-Vlaanderen. Terwijl ze zich in de lerarenkamer aan het schminken waren kwam de directrice poolshoogte nemen. Ze schrok zich wild toen ze zag dat de Pieten zich zwart schminkten. Dat was discriminerend voor zwarte mensen.
‘Maar ik ben zelf zwart,’ zei Rudi.
‘Dan begrijpt u wat ik bedoel.’
‘Wat wilt u dan?’
‘Wit, met roetvegen. Regenboogpiet mag ook.’
Rudi maakte haar duidelijk dat hij zijn gezicht in dat geval eerst wit moest schminken, maar daar slechte ervaringen mee had. De directrice was onvermurwbaar. Op haar school werd niet gediscrimineerd. Dus als mijn oom zijn gezicht niet wit kon krijgen moest hij maar in de lerarenkamer blijven en de twee andere Pieten het optreden laten verzorgen. Dat liet hij zich niet zeggen. Terwijl driehonderd kinderen zich trippel-trappel-trippel-trap over de gang naar de aula begaven pakten Rudi en zijn zich solidair betonende collega’s hun hele handeltje weer in. De directrice keek ontzet toe.
Een leraar stak zijn hoofd om de hoek van de deur.
‘Over vijf minuten kunnen ze op.’
‘Maar ze gaan weg,’ zei de directrice. ‘Hoe moet dat nou?’
‘Weg? Waarom?’
‘Omdat het verhuurbedrijf zo dom is geweest een zwarte Piet te sturen. Zwart, met een kleine letter z. En dat in deze tijd. Wie verzint er nu zoiets?’

In de al zo verhitte zwartepietendiscussie wil ik geen olie op het vuur gooien, en daarom haast ik me hierbij te zeggen dat het cursieve deel van de tekst aan mijn fantasie ontsproten is. Ik heb het opgeschreven om er mijn persoonlijke visie in deze discussie mee te illustreren. Mijn visie kan ik in drie punten samenvatten. (En let op hoe behendig ik de terminologische landmijnen neger, zwarte, blanke en kleurling ontwijk.)

Ik begrijp dat sommige mensen die qua huidskleur op mijn chocoladebruine oma lijken, zich gekwetst voelen door de figuur Zwarte Piet. Ik vind het weliswaar onnodig om je gekwetst te voelen - en let wel, ik ben zelf als kind veelvuldig uitgejouwd met Apie, apie, apie… - maar ik heb er wel begrip voor.

Ik begrijp ook dat sommige mensen die qua huidskleur op mijn leliewitte opa lijken, vinden dat ze het moeten opnemen voor mensen die denken dat ze op Zwarte Piet lijken en daaronder lijden. Hulde jongens! (En meisjes en transgenders.)

Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen die qua huidskleur op mijn opa lijken, bepalen dat mensen die op mijn oma lijken - zoals mijn halve familie - zich door de figuur Zwarte Piet gekwetst moeten voelen. Mijn ooms en tantes zijn allen zelfbewuste mensen, die Zwarte Piet een toffe gast vinden en het jammer vinden dat hij - heel tegenstrijdig - geen deel meer mag uitmaken van wat ooit het leukste feest van het jaar was, om geen andere reden dan dat hij zwart is.

Mijn moeder, ooms en tantes. De jongste drie waren nog onderweg.